Hoedje van papier
Chapeau en papier
Eén, twee, drie, vier
Hoedje van, hoedje van
Eén, twee, drie, vier
Hoedje van papier
Als het hoedje dan niet past
Zetten we het in de glazen kast
Eén, twee, drie, vier
Hoedje van papier

Hoedje van papier (version 2)
...
Vijf, zes, zeven, acht
Slaap maar zacht, slaap maar zacht
Vijf, zes, zeven, acht
Slaap maar zacht, slaap maar zacht
Negen, tien
Ik heb je gezien !

Chapeau en papier: Vocabulaire
als = si, hoed = chapeau
niet passen = ne pas aller
de kast = l’armoire
Zacht = doux, doucement
Gezien : participe passé de zien